Op één van de eerste zonnige dagen van het jaar kwam een fijn gezelschap van geëngageerde Kempenaars samen in de Kasteelzaal van de Bibliotheek van Turnhout. De BIB werd niet alleen gekozen omwille van het prachtige zicht op ‘het kasteeltje’. Het uitlenen van boeken en het samenbrengen van mensen maakt van de BIB een gedroomde plek om het vandaag te hebben over ‘circulaire economie’.
Circulaire economie, wat is dat nu juist?
Mieke Heymans en Janna Janssens, medewerkers van Translab K en stagiair Kiran Van Dyck verduidelijken. “Circulaire economie gaat over het idee dat grondstoffen, materialen, producten zolang mogelijk gebruikt worden. Door ze te delen, te herstellen, te verkopen, te hergebruiken of te herwerken”, vertelt Kiran ter inleiding. “Een wasmachine bijvoorbeeld. Je koopt eentje, maar helaas gaat die ooit ook stuk. Wat doe je? Je kan ze laten herstellen. Of je geeft ze een tweede leven bij je dochter in haar eerste huis. Of je brengt ze naar de kringwinkel. Daar wordt ze gecontroleerd en opnieuw verkocht. Als de machine niet meer in goede staat is, dan wordt ze gebruikt voor reserve onderdelen voor andere wasmachines. De rest van de wasmachine wordt uit elkaar gehaald, gesorteerd en herwerkt tot nieuwe grondstoffen.” Een hele cirkel dus, dat heet circulaire economie.
De deelnemers maakten kennis met 8 initiatieven en voorbeelden van circulaire economie:
1/ Als mensen niet naar de Bib komen, dan komt de Zwerfbib naar de mensen.
JORIS GIELEN – De Zwerfbib – Foto ©Avansa – Chris Stessens
De spits werd afgebeten door de gastheer, Joris Gielen van de bibliotheek van Turnhout. “Elke dag komen nieuwe, interessante, populaire boeken uit”, vertelt Joris. “Dat zijn onze sprinters: boeken die je maar één week mag uitlenen en je niet kan reserveren. Elke week zijn er nieuwe sprinters. Van de ‘oude’ komen dan één of twee exemplaren in de gewone collectie terecht. Wat dus maakt dat er heel wat recente titels op overschot zijn. In het verleden werden die wel eens verkocht of opgestuurd naar een bibliotheek in Suriname. Niet duurzaam dus.” Toen de bibliotheek een tijdlang op een andere locatie zat wegens verbouwingen, merkten ze dat het uitlenersaantal terugviel. Als de mensen niet naar de bib komen, dan komt de bib naar de mensen. Geïnspireerd door het idee van ‘crossers’, boeken die je over heel de wereld kan uitlenen, zette Joris het project ‘Zwerfbib’ op. Een boekenkast in het station, in het ziekenhuis, aan het stadhuis van Turnhout. De beste titels, de properste boeken, die het makkelijkst weglezen, die kan je vinden in de Zwerfbib. “De bibjes worden elke week aangevuld en opgekuist door vrijwilligers,” zegt Joris. “Tref je een lege Zwerfbib aan? Dat betekent dat al veel lezers jou zijn voor geweest, maar blijf zeker langskomen voor de leukste en nieuwste boeken!”
2/ Het Repair Café herstelt je kapotte spullen.
TINEKE THIJS en ARJAN CRUYSBERGHS – Repair Café – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Dat er in de Kempen gepionierd wordt, bewijst niet alleen de Zwerfbib die als een van de eersten in Turnhout opdoken, maar ook het Repair Café.
Arjan Cruysberghs ondersteunt vanuit Dinamo het Repair Café in Turnhout dat elke maand doorgaat in de Kuub. “Het Repair Café is een plaats waar je met je kapotte spullen zoals elektrische toestellen, kledij of computers kan langskomen,” vertelt Arjan. “Eén van onze vrijwilligers probeert die dan eventueel samen met jou te herstellen. In 75% van de gevallen kan het gemaakt worden, soms jammer genoeg ook niet.”
Het Repair Café is elke maand opnieuw een bruisende activiteit. Je kan voor een halve euro een koffie drinken, vriendelijk geschonken door vrijwilligers terwijl je aan het wachten bent op je kapotte broek of broodrooster. Je kan ook een kijkje komen nemen in de weggeefkraam: spullen die voor jou onder de voet staan, kunnen hier een tweede leven krijgen. Tineke Thijs. “Ik neem als vrijwilliger de weggeefkraam onder mijn hoede. Ik hang de kleren op en richt de kraam in. Ik ontvang mensen en geef een woordje uitleg bij alles wat er gebeurt en nodig mensen ook uit om een koffie te drinken of een praatje te maken.”
En dat is niet alles. Het Dinamo Repair Café organiseert ook duurzame workshops: vlaggenlijnen naaien, insectenhotels in elkaar steken of schone zeep maken. Elke maand ervaren we een hele leuke vibe met een mix van mensen. Zo leuk zelfs dat ze tegenwoordig al met nummertjes moeten werken. Voor hun 10-jarig bestaan hebben ze weer heel wat ideeën in petto. Misschien vind je het Repair Café binnenkort op meer plekken én tijdstippen terug!
3/ Mamadepot Laakdal bezit grote schatten voor kleine schatten.
PAUL MONDELAERS – Mamadepot Laakdal – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Wie pas vanaf deze spreker inpikte op het Translab Kaffee dacht zich misschien vergist te hebben en op een stand-up comedy show te zijn beland. Niets is minder waar. Paul Mondelaers is gewoon een heel enthousiaste ambassadeur van het Mamadepot in Laakdal. Het concept van Ferm werd uitgerold in heel wat Vlaamse gemeenten. Eerder dit jaar opende ook in Lille een Mamadepot.
Wat is een Mamadepot? “Denk aan een kringwinkel, maar dan met een aanbod voor kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Bij de start vroegen we aan mensen om baby- en kinderspullen die ze niet meer nodig hadden, gratis weg te geven.” Dat ze eerst wat sceptisch waren, maakte Paul duidelijk. “Waar we niet meteen aan dachten, is dat kleine kinderen groeien als kool. Een truitje of een broekje? Dat is na een maand veel te klein. Dat kan gewoon niet verslijten. We kregen enorm veel materiaal binnen, te veel om te stockeren. We bieden de artikelen aan de schappelijke prijs van 1 of 2 euro aan. De meeste gesofisticeerde buggy’s? Als ‘m echt blinkt, dan ben je 7 euro kwijt.” Baby’s hebben veel spullen nodig en zo kan de prijs toch nog best oplopen. “Als mensen aangeven dat het toch nog best veel is, dan plaatsen we aan de kassa de komma gewoon een beetje naar links. We discussiëren daar zelfs niet over, want het is moedig om dit aan te geven. Mensen krijgen dan een voordeelkaart. Ook huisartsen en schooldirecteurs uit onze omgeving hebben zo’n voordeelkaarten om te geven aan wie het nodig heeft. Bewijzen vragen we niet.”
Interessant aan het Mamadepot? “We willen mensen een winkelervaring aanbieden. Je komt naar de winkel omdat je het nodig hebt. Er is ook een speelhoek in de winkel met een animator zodat ouders rustig kunnen winkelen. Naast de winkel is een café. Iedereen die binnenkomt om iets te brengen of om iets te kopen, kan er gratis iets drinken. Ook de mannen komen al eens graag mee.”
Dat het Mamadepot een succes is, bewijzen de cijfers. Twintig vrijwilligers helpen mee, van kleedjes plooien over pintjes tappen tot checken of de puzzels wel compleet zijn. Elke maand ontvangen we zo’n 80 à 100 klanten. De inkomsten van de verkopen worden gebruikt om materiaal voor de winkel aan te kopen, vormingen te organiseren voor de vrijwilligers of workshops voor de klanten. De locatie mogen ze gebruiken van de gemeente.
4/ LETS Zandland verwarmt je buurt, niet de aarde.
KIRAN VAN DYCK – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Vlak voor de pauze nam Kiran terug het woord, in naam van LETS Zandland. LETS, dat is kort voor ‘Lokaal Economisch Transactie Systeem’, een soort van betalingssysteem. Geen echte munt, maar wel van waarde voor wie meedoet. In Mol, Geel, Balen en omgeving zijn ze met veel LETSers: 231 LETSers deden in 2022 exact 1261 LETSverrichtingen, goed voor 95.000 LETS.
Hoe werkt het? Je kan bijvoorbeeld een uur de strijk doen van iemand, daar 60 LETS voor ontvangen, om die op jouw beurt te gebruiken om iemand te betalen die een uur in jouw tuin komt werken. Je kan ook materialen uitwisselen of kledij kopen tot zelfs in de lokale winkel tomaten kopen met je LETS. Het absolute pluspunt? Je leert je buren beter kennen!
5/ Pimpernieuw VZW geeft een tweede leven aan oude spullen en plantjes.
KIRAN VAN DYCK – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Na een pauze vol pauzen (sorry, je moest erbij zijn voor dit mopje) nam Kiran opnieuw het woord om Pimpernieuw vzw voor te stellen. Pimpernieuw in Mol brengt mensen samen, elk met hun eigen talent om samen oude spullen te herwaarderen. Met een upcycling atelier bijvoorbeeld. Ofwel werk je in je eigen tempo aan je project of je maakt samen plantenhangers van oude t-shirts. Een zadenbib uitbaten kan ook. Je oogst zaadjes van je eigen planten en brengt ze binnen. Je kan zaadjes meenemen om je eigen tuin biodiverser te maken. Een laatste voorbeeld is PlantAardig, een plantenasiel. Is je plant te groot geworden voor je woning? Heb je toch niet echt groene vingers en heb je je planten te veel of te weinig water gegeven? Het plantenasiel weet er raad mee. Ze verzorgen de plantjes tot ze terug gezond zijn waarna ze een plekje krijgen in de winkel van Pimpernieuw en ze voor een klein prijsje een nieuwe thuis krijgen.
6/ Campina Energie, want de zon en de wind zijn van iedereen.
JEF VAN EYCK – Campina Energie – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Als Jef Van Eyck vertelt dat hij bezig is met niet recycleerbare dingen lijkt hij op het eerste gezicht een vreemde eend in de bijt. Even later blijkt dat het over de zon en de wind gaat, dan ben je weer helemaal mee. “De zon en de wind zijn van iedereen. Dat is het uitgangspunt van de Kempense burgercoöperatie Campina Energie.” Jef legt uit: “Hoe meer mensen in de coöperatie, des te meer hernieuwbare energie kunnen we produceren. In 2022 financierden we 43 installaties voor zonnepanelen, goed voor 7599 zonnepanelen.” Ook de cijfers voor windenergie zijn indrukwekkend. “Van 9 windmolens zijn we voor 20% eigenaar. In het begin is het vooral investeren, maar nu, 5 jaar later, zien we dat die investeringen zorgen voor opbrengsten.” Campina Energie investeert met die opbrengsten in nieuwe en innovatieve technologieën zoals geothermie en warmtenetten waarbij de warmte uit de grond wordt gehaald. Bij Avery Denisson zorgen bijvoorbeeld parabolen voor de verwarming van de hallen.
Tot zover de cijfers maar wat kunnen wij als burgers doen? Jef: “Met BENOregio Kempen willen we burgers begeleiden in de uitdaging van een energieneutrale woning in 2050. Hetzelfde voor ZonneRegio Kempen. We begeleiden mensen bij het leggen van zonnepanelen. Dit is allemaal in het leven geroepen dankzij de vraag waar we nu met z’n allen voor staan: hoe kunnen we energie produceren zonder dat we een beroep moeten doen op fossiele brandstoffen?”
Campina blijft inzetten op nieuwe ideeën en technologieën. “Sinds begin 2022 is er een wetgeving voor zonnedelen. Particulieren kunnen de energie die ze zelf opwekken via hun zonnepanelen, delen met anderen. Zou het niet interessant zijn om dat ook op wijkniveau te doen, bijvoorbeeld door samen de elektrische deelwagens op te laden?”
7/ VELT kookt samen met voedseloverschotten.
EMELIE HELLER – Velt vzw – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Eén van de tien principes van Velt rond ecologische voeding is het tegengaan van voedselverspilling,” trapt Emelie Heller af. Emelie werkt niet alleen met voedseloverschotten, zij doet dit samen met groepen: buurten of sociale organisaties zoals een netwerk waar armen het woord nemen of SAAMO. Want samen koken – of samen eten – werkt verbindend. En bovendien is koken met voedseloverschotten altijd een beetje een verrassing. “We werken met overschotten van de verpakkingsvrije biosupermarkt of met lokale bioproducenten. Elke keer is het een beetje improviseren. Maar het is ook elke keer kijken naar wie mee kookt. Wie kan wat? Wie kent welke recepten? Soms koken we gerechten die niet iedereen kent. Zeker wanneer mensen met een hele andere achtergrond meekoken. Voor koks en gasten is het dus altijd een verrassing wat op het bord komt, maar het wordt wel smakelijk opgegeten!” lacht Emelie.
Emelie kookt vooral in Antwerpen. In de Kompaan, een buurthuis. Of ’t Werkhuys, een volkskeuken waar ook Nederlands wordt geoefend tijdens het koken. Of de Beek, een voedselcollectief. Hoog tijd om ook in de Kempen samen te koken met voedseloverschotten. Uit het vragenrondje bleek de goesting alvast heel groot. Dat wordt ongetwijfeld vervolgd…
8/ De eerste keer dat je je eigen auto deelt en ziet rijden is gek, maar na 3 keer is het de normaalste zaak.
ERIC VERMEEREN – Foto ©Avansa – Chris Stessens
Eric Vermeeren vertelt zijn verhaal over autodelen. “Drie jaar geleden zijn wij verhuisd naar Turnhout waardoor ik elke dag met de fiets naar het werk kon. Mijn auto stond altijd aan de kant. We speelden al langer met het idee van autodelen, maar hoe begin je eraan? Dankzij vrienden die er al langer mee bezig waren, hebben we dan de stap gezet,” vertelt Eric. “In onze buurt hebben we een WhatsApp groep ‘Delen met de buren’. We deden een oproep waar twee enthousiastelingen op reageerden. We spraken af en deelden mekaars visie. Wat volgde was een contract en een prijs. Via een gedeelde Google Agenda reserveren we heel makkelijk de auto. Via een Whatsapp groepje laten we aan elkaar weten waar de auto in de buurt staat. Ondertussen loopt het systeem al anderhalf jaar prima. De eerste keer dat je je auto zonder jou ziet rondrijden is wel wat raar, maar dat went snel,” lacht Eric.
Eric kijkt nu anders naar autogebruik. “Ik merk dat ik meer bewust omga met mijn auto. De eerste drie maanden autodelen heb ik zelf maar 600 km gereden. Als deze auto aan vervanging toe is, dan denk ik niet dat we een nieuwe auto kopen, maar dan kijken we naar initiatieven zoals Cambio of Cosy Wheels.”
En Eric ziet nog meer voordelen van autodelen. “Hoe meer mensen aan autodelen doen, hoe meer openbare ruimte vrij komt. Dankzij het autodelen kom je ook weer in contact met buren en ontstaan vriendschappen.”
Tijd voor lunch
Tijdens de lekkere vegetarische lunch van Eeden werd nog nagekaart, ontstonden ideetjes en werd heel wat uitgewisseld. Voor Kiran, Janna en Mieke de gedroomde start om verder te werken.
Heb jij ondertussen nog ideeën, vragen, opmerkingen? Stuur een mailtje naar Mieke of Janna van Avansa Kempen, initiatiefnemer van Translab K. Dat kan via een mailtje naar info@avansa-kempen.be of bel 014 41 15 65.
Voor wie er niet bij was