Klagen over het weer doen we al zolang we bestaan. Als het niet te droog is, is het te nat. Maar voor het eerst in de geschiedenis hebben we ook echt een gegronde reden om ons daar grote zorgen over te maken.
Door de opwarming van de aarde wordt het weer alsmaar extremer. Er gaat geen jaar meer voorbij zonder zware overstromingen of periodes van grote droogte. Avansa Kempen houdt de vinger aan de pols en nodigde enkele experten uit om het probleem te duiden. De conclusie? Panikeren is nergens goed voor, maar we moeten ons wel zorgen maken over de grondwatervoorraad. Want als we niet waakzaam zijn en geen maatregelen nemen, loopt het geheid fout af. In dat dreigende gevaar schuilt tegelijk ook de redding: we hebben het zelf in de hand.
Bijna vijftig mensen zakten op een winterse donderdagavond af naar VITO in Mol om zichzelf bij te spijkeren over de grondwaterhuishouding in Vlaanderen en de Kempen. De locatie was niet toevallig gekozen. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) is op veel domeinen actief en doet al jaren onderzoek naar de stand en de evolutie van het grondwater in ons land.
Klimaatspagaat
Lies Van Gompel, klimaatcoach bij KlimaatContact leidde de avond in. “KlimaatContact wil mensen engageren voor het klimaat. We willen zoveel mogelijk mensen doen kiezen voor een klimaatvriendelijke samenleving. Niet omdat het ‘moet’, maar omdat ze zelf inzien dat die duurzame, milieubewuste en klimaatvriendelijke richting de enige juiste weg is.
De jongste jaren is er op dat vlak al een flink wat vooruitgang geboekt. De meeste mensen zijn zich intussen al wel bewust van het feit dat we anders moeten gaan leven. Dat we meer aan het milieu en het klimaat moeten denken bij alles wat we doen. Die eerste belangrijke stap is al gezet. Maar er blijkt nog een groot verschil te bestaan tussen theorie en praktijk. We beseffen bijvoorbeeld wel dat het zonde is om een zwembad te vullen met drinkwater, maar die frisse duik tijdens een hete zomer willen we onszelf toch liever niet ontzeggen…
Daar ziet KlimaatContact voor zichzelf een belangrijke taak weggelegd. We willen dat zogenaamde klimaatspagaat, het verschil tussen de bezorgdheid over het klimaat en actie ondernemen, verkleinen en zelfs wegnemen. Daarvoor hebben we methodieken ontwikkeld; manieren om gesprekken aan te gaan met mensen en om dooddoeners te counteren, zoals “ik alleen kan toch niks veranderen”.
Badkuip met twee kraantjes
Voor de wetenschappelijke benadering van het grondwaterprobleem werden experts Dieter Cuypers en Jef Dams van VITO uitgenodigd. “Het beheer van het grond- en oppervlaktewater is een bijzonder complexe materie,” zegt Dieter Cuypers, “omdat er zo veel factoren zijn die het beïnvloeden: de bodem, het weer, de vegetatie, de waterlopen, onze manier van leven… alles heeft een impact. Maar als we het tot de essentie herleiden, is het ook heel simpel. Eigenlijk is de ondergrond een badkuip met twee kraantjes: één om water toe te voegen en één om water te laten weglopen. We hebben immers de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat er meer – of minder indien dat gewenst zou zijn – water in de bodem te laten komen en ook om er water uit te onttrekken. We kunnen die waterhuishouding voor een deel zelf regelen, voor een ander deel blijven we natuurlijk afhankelijk van de klimatologische factoren.”
Hoe erg is het gesteld met het grondwater in Vlaanderen? “De toestand is zorgwekkend. We moeten alert zijn. Maar ik ben geen pessimist. Het is nog niet te laat. Er is waterschaarste, maar er is ook nog veel progressiemarge. We hebben veel mogelijkheden en instrumenten om daar iets aan te doen. Alleen moeten we dat echt wíllen, en niet alleen zeggen. Actie is nodig.”
Vlaanderen is droger dan Spanje
Met de wetenschappelijke kant van die actie is VITO al decennialang bezig en dat heeft al geleid tot vaststellingen en inzichten die feitelijk bewezen zijn, en dus niet vatbaar voor discussie. “Het weer wordt extremer. In de toekomst zal de winterse neerslag nog toenemen terwijl de zomers nog droger zullen worden. De temperatuur zal stijgen en er zal nog meer water verdampen.”
“Dat is op zijn zachtst gezegd verontrustend, want wat de hoeveelheid grondwater betreft, scoort Vlaanderen nu al erg slecht. “Volgens het WRI, een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksbureau, is België een land met extreme waterschaarste. Op de rangschikking van landen met de grootste ‘waterstress’ bekleedt België de 23ste plaats. In onze bodem zit minder water dan in Spanje en Portugal, zelfs minder dan veel Afrikaanse landen. Nochtans regent het daar veel minder. Het bewijst dat je zelf veel kunt doen. De manier waarop we omgaan met water, en met ons bodemoppervlak, is van cruciaal belang. Wat dat betreft, hebben wij onze geschiedenis tegen. In zuiderse landen weet men al eeuwen dat men zuinig moet omspringen met water. Wij hebben het nooit geleerd om zuinig te zijn, of om water op te vangen en vast te houden en te bewaren. De reden waarom wij weinig grondwater hebben, ondanks de regenval? De bevolkingsdichtheid. We wonen met miljoenen mensen op een kleine oppervlakte. En dus is er veel verharding: asfalt, beton en stenen, waarop het water ofwel verdampt, ofwel in de riolering terechtkomt. Terwijl het eigenlijk in de grond zou moeten terechtkomen.”
De Kempense KlimaatPlassen
“De gemiddelde waarden in Vlaanderen vallen nog enigszins mee,” zegt hydroloog Jef Dams. “Dat wil zeggen dat er gemiddeld genoeg grondwater is voor wat we gemiddeld verbruiken. Het grote probleem is dat we met gemiddelden geen rekening mogen houden.” Want gemiddelden vertekenen de waarheid. Om dat te illustreren: we kunnen verdrinken in water van gemiddeld een halve meter diep.
Jef Dams: “Er zijn periodes waarin we veel te veel water verbruiken terwijl er waterschaarste is. Op zo’n moment ben je niks met gemiddelden. De vraag is dus hoe we de grondwatercapaciteit maximaal benutten. En kunnen we water bewaren voor de momenten waarop er schaarste is? Kunnen we een buffer aanleggen? Ja, dat kunnen we. Ten eerste kunnen we er door te ontharden en het aanleggen van wadi’s voor zorgen dat er meer water in de bodem terechtkomt. Ten tweede kunnen we er voor zorgen dat het grondwater langer in de grond blijft, bijvoorbeeld door grachten te dempen, stuwen te voorzien, valleien te vernatten, kortom: door te verhinderen dat het water snel in een waterloop terecht komt en afgevoerd wordt. Eigenlijk praten we dan weer over die badkuip en die kraantjes die je open of dicht zet.”
“We kunnen ook water bufferen. VITO coördineert het project KlimaatPlassen. De ‘Blue Deal’ is een plan van de Vlaamse overheid om waterschaarste tegen te gaan. ‘Vlaanderen WaterProof’ wordt gecoördineerd door VITO en levert een belangrijke bijdrage aan de Blue Deal. En zo kom ik tot de Kempense KlimaatPlassen. Binnen ons werk- en onderzoeksdomein Vlaanderen WaterProof is dat een voornaam project.”
Water is een zaak van het volk
“In de vroegere zandwinputten van Sibelco kunnen we experimenteren om water op te slaan. Er is zeker een aanzienlijke buffercapaciteit,” vult Dieter Cuypers aan. “Maar als we daarin slagen, komen we uit bij een volgend probleem. Wat gaan we met dat wateroverschot doen? Wie mag het gebruiken? We kunnen het gebruiken om drinkwater te produceren, we kunnen het laten overlopen in de Witte Nete of we kunnen het ter beschikking stellen van de landbouw of de industrie. Eén ding staat vast: wat we niet willen en zelfs niet kunnen, omdat het zo in de voorwaarden omschreven staat, is het water beschouwen als extraatje dat we mogen verkwisten. We mogen het gebruiken. Daarvoor dient het. Maar het zal op een verantwoorde manier moeten gebeuren.”
Dieter Cuypers: “Wat we er ook mee doen, we moeten er ons van bewust zijn dat het grondwaterprobleem geen technisch probleem is. Het is een probleem van mensen. Van iedereen. En dus zou iedereen zijn zeg moeten kunnen doen over hoe en waaraan het water besteed wordt. We willen alvast een klankbordgroep oprichten: een brede groep waarin alle stakeholders zitten en waarin ook burgers inspraak hebben. Die groep moet zich buigen over de bestemming van het grondwater. Is er, ik noem maar wat, een fruitteler die in de zomer zijn bomen wil sproeien met water uit de KlimaatPlassen? Voor mij moet dat kunnen, maar alleen op voorwaarde dat hij daarvoor de goedkeuring krijgt van een meerderheid binnen de groep die daarover beslist.”
Vorselaar geeft het voorbeeld
Steeds meer lokale overheden houden in de beleidskeuzes die ze maken rekening met waterschaarste en zoeken mee naar oplossingen. Vorselaar is zo’n gemeente.
Schepen van Milieu en Ruimtelijke Ordening Mizel Gebruers: “Over water hebben we in Vorselaar niet te klagen, onder andere dankzij de Aa zijn we een waterrijke gemeente, maar dat wil niet zeggen dat we niet waakzaam zijn. We ontharden openbare ruimten, we herstellen de Aavallei zodat die nog meer water kan stockeren, we creëren natte natuur waar we kunnen, door hermeanderen zorgen we voor een vertraging van de waterlopen, we kiezen voor klimaatrobuuste gewassen, we zijn in voortdurend overleg met landbouw en industrie om zo waterbewust mogelijk te werken. En een van onze grootste verwezenlijkingen is volledig onzichtbaar. Bij de heraanleg van het marktplein, dat voor een groot deel onthard werd, hebben we een ondergronds waterbekken aangelegd van 30.000 kubieke meter. Dat bekken wordt gevoed door de regenafvoer van de vaak grote gebouwen, zoals het kloostergebouw en het gemeentehuis, die rond de Markt staan. Het water dat ondergronds opgevangen wordt, wordt opnieuw verdeeld en gebruikt in de gebouwen aan de Markt.”
Foto’s
van Chris Stessens