Kris Peeters uit Herentals -hij noemt zichzelf ‘de andere Kris Peeters’- hield tijdens de zesde Translab Kampus een vurig betoog voor een ander mobiliteitsbeleid, al predikt hij de revolutie niet. Hij gelooft in evolutie. “Ik zeg niet dat we morgen alle auto’s moeten verbieden. Dat zou niet werken. Maar we moeten wel onafhankelijker worden van de auto.”“De slogan dat de auto onze vrijheid is, gaat al lang niet meer op. Elke dag staan we in de file. En dat is niet eens het grootste probleem. Auto’s maken wereldwijd 1,3 verkeersdoden per jaar. En daarbij sterven er nog eens 1,7 miljoen mensen aan de indirecte gevolgen van de auto’s, door bv fijn stof of obesitas… En dan zijn er natuurlijk nog de nefaste gevolgen voor de natuur. Kortom: we moeten dringend anders gaan denken over mobiliteit, en onze mobiliteit anders gaan organiseren.”
Elektrische auto’s maken de zaak alleen maar erger
Of de elektrische auto al geen stap in de goede richting is? “In de verkeerde richting, zelfs,” zegt Kris Peeters. “Dit medicijn is erger dan de kwaal. Want elektrische auto’s worden nu overal gepromoot en zelfs door de overheid gesteund. Je kan tot 4.000 euro krijgen als je elektrisch wil rijden, de allerbeste parkeerplaatsen -pal in de stadscentra- worden voorbehouden voor elektrische auto’s. Elektrische auto’s worden als het paard van Troje binnengehaald. Maar die elektrische auto’s gaan evenveel verkeersdoden maken dan andere wagens. Ze verslinden bovendien energie. 1 auto verbruikt evenveel als één huisgezin per jaar. Om het huidige Belgische wagenpark te kunnen laten rijden, zouden er 800 extra windmolens nodig zijn. Er is met andere woorden een enorme uitbreiding van het elektriciteitsnet voor nodig. Daarbij komt nog dat er te weinig lithium is om op termijn alle batterijen te kunnen aanmaken.”
Volhoudbaarheid
Elektrische auto’s maken de zaak alleen maar erger, aldus Kris Peeters. Maar wat moet er dan wél gebeuren? “We moeten vrijer worden. Losser van de auto. En we moeten streven naar meer duurzaamheid, al verkies ik het Zuid-Afrikaanse woord daarvoor: volhoudbaarheid. Met moeten een systeem vinden om ons te verplaatsen dat we in de lengte van jaren kunnen volhouden, zonder grondstoffen uit te putten en zonder onszelf tekort te doen. Dat de fiets en het openbaar vervoer daarbij een belangrijke rol zullen moeten spelen, ligt voor de hand. Het vraagt alleen een andere manier van denken over mobiliteit. Dat is waar de nieuwe mobiliteit aansluit bij het transitieverhaal. Die andere manier van denken zal niet van de ingenieurs komen. Die denken alleen na over hoe ze steeds weer nieuwe auto’s op de markt kunnen brengen. Anders denken over mobiliteit zal van onszelf moeten komen. Van de burgers. We moeten het zelf doen.”