Tijdens Nieuwe Tijden in Herentals nam mobiliteitsexpert Kris Peeters een vijfentwintigtal geïnteresseerden mee op sleeptouw door het stadscentrum. “We durven niet te kiezen en daar helpen we uiteindelijk niemand verder mee.”

Kris Peeters – hij bestempelt zich op zijn blog als ‘de andere Kris’ om het onderscheid te maken met de federale minister – was een tijdlang schepen van Mobiliteit in zijn woonplaats Herentals. “Ik weet de pijnpunten dus wel liggen, ja”, kan hij er nog mee lachen. “Maar Herentals is representatief voor andere steden en gemeentes. Aan de hand van de concrete situaties heb ik het vooral over mobiliteit en het verkeer in het algemeen gehad.”

Volgens Peeters durven we in het mobiliteitsbeleid geen keuzes te maken. “We gaan én voor de auto’s, én voor fietsers, én voor voetgangers, én voor het openbaar vervoer. Met zo’n beleid wordt het uiteindelijk behelpen voor iedereen. Dan kan je daarna nog pleisters plakken, maar de wonden blijven. We moeten dringend consequent kiezen voor de zachte weggebruiker. Dat is niet alleen beter voor het klimaat maar ook op zoveel andere vlakken, denk maar aan de sociale samenhang of de lokale economie.”

Transitie vanuit politiek en bevolking

Het draagvlak voor die noodzakelijke transitie is langzaam maar zeker aan het verbreden, merkt Peeters op. “Er zijn nu meer zaken bespreekbaar dan toen ik ruim tien jaren geleden schepen was. Maar ‘politieke leiders’ heten niet voor niets zo. Zij moeten niet de bevolking volgen maar zelf op kop lopen. Maak mensen warm voor een idee en als het draagvlak pas nadien volgt, is dat even democratisch. Sommige zaken kunnen je alleen in de praktijk testen en bewijzen.”

Peeters was ook een aandachtig luisteraar tijdens het ‘Mobielen op andere wielen’ debat. “Het delen van auto’s en buggy’s is een logisch idee. Het toont dat mobiliteitsproblemen niet altijd een oplossing vergen die hightech is of een zware investering vraagt. Inspraak van onderuit en rekening houden met andere noden dan die van auto’s, zoals bij de leef- en speelstraten, is belangrijk. We moeten weer leren dat de straat ook voor iets anders kan dienen dan voor het passeren en parkeren van auto’s. De ‘fietsostrades’ laten zien dat de fiets een volwaardig alternatief wordt voor verplaatsingen op ook iets langere afstand. Het is wel nog te veel een vertaling – letterlijk maar ook figuurlijk – van de autostrades, daar kan nog aan geschaafd worden.”