Het lijkt een beroep uit een sprookje, of uit de tijd dat dieren nog spraken, maar herders bestaan nog steeds. Benny De Busser van De Schaapskooi in Lichtaart is er een. Hij en zijn vrouw Ans waren gastheer en gastvrouw voor de vierde editie van de TransLab Kampus. Benny lichtte zijn werk toe.
De Schaapskooi
“Ik ben in de eerste plaats een schapenboer. Ik kweek schapen en laat ze akkers en heidegronden begrazen. Zo worden gras en jonge boompjes afgevreten en voorkomen we dat de typische oud-Kempische heidegronden bossen zouden worden. Als we de natuur zijn gang zouden laten gaan, zou dat gebeuren. Natuurlijk zorgen de schapen ook voor scheerwol en voor vlees, dat ik onder andere aan voedselteams bezorg. Ik onderhoud ook een kleine zelfpluktuin, die weliswaar alleen uit fruitbomen bestaat. Dat is nogal arbeidsintensief en ik kan die tuin niet uitbreiden, zonder dat mijn andere activiteiten eronder zouden lijden. Ik beschouw de boomgaard dus maar als een hobby waarvan ik andere mensen nog een beetje kan laten meegenieten. Zo is ‘De Schaapskooi’ ook een zorgboerderij, wat betekent dat ik soms kwetsbare groepen inschakel om me een handje te helpen. Ook dat is nogal tijdrovend, maar ik vind het belangrijk om in mensen te investeren.”
Hoevetoerisme
“Tot slot biedt De Schaapskooi logies. We hebben studio’s voor 4 en 8 personen, en een accommodatie voor 12 personen is in de maak. Vooral West-Vlamingen zijn erg geïnteresseerd in dit hoevetoerisme. Logisch ook, zij hebben geen bossen. Daarvoor komen ze graag naar hier. Ook stadsmensen krijgen we regelmatig over de vloer. De bezoekers kunnen hun dagen zelf invullen. Willen ze gewoon even weg zijn uit de drukte? Dat kan hier perfect. Hebben ze zin om met mij, de schapen en de herdershond te gaan wandelen? Dat kan ook. We organiseren trouwens regelmatig speciale activiteiten, zoals lammetjesdagen, een schaapscheerfeest of wandelingen met schapen.”