Hans Van Dyck liet het publiek in CC Zwaneberg in Heist-op-den-Berg door een nieuwe bril naar biodiversiteit kijken. “Mensen denken nog te veel in hokjes en vanuit hun eigen standpunt.”

Hans Van Dyck is professor gedragsecologie en natuurbehoud aan de UCL in Louvain-la-Neuve. “Biodiversiteit is een prachtig woord dat letterlijk variatie van leven betekent. Die variatie en het belang ervan probeer ik te begrijpen. Op aarde leven zo’n 10.000 verschillende soorten vogels, 5.500 soorten zoogdieren, 31.000 soorten vissen, 350.000 soorten insecten… Die treden in wisselwerking met elkaar. Het leven rondom ons toont zich als een boeiende wisselwerking tussen dieren en planten.”

Zowel bij dieren als planten neemt het aantal verschillende soorten vandaag echter af. “Bij Vlaamse dagvlinders is één derde verdwenen en één derde bedreigd. Zelfs ‘gewone’ soorten zijn ondertussen niet meer zo gewoon. Deze crisis is zo groot dat sommige wetenschappers gewag maken van een zesde uitsterfgolf (bij een van de vijf vorige sneuvelden onder meer de dinosaurussen, nvda). Het leven herstelt wel van zo’n uitsterfgolf maar de vorige keren duurde dat telkens miljoenen jaren.

Invloed van biodiversiteit op de mens

Minder biodiversiteit dus, maar is dat nu zo erg? “Er is veel biologische complexiteit maar tal van studies wijzen op belangrijke gevolgen voor onze manier van leven. Je beseft pas ten volle de waarde van iets als het weg is – inclusief die zogenaamde ‘lelijkaards’ onder de beestjes die zich bijvoorbeeld ondergronds ophouden. Recente studies tonen zelfs de belangrijke invloed van biodiversiteit op de gezondheid van de mens aan, zowel fysiek als psychologisch. Vroeger stopten we mensen, dieren en de omgeving in aparte hokjes, vandaag beseffen we dat het allemaal deel uit maakt van één en hetzelfde verhaal van leven in een gezonde omgeving binnen maar ook ver buiten natuurgebieden.”

Hans Van Dyck gaf zijn lezing in het kader van de gespreksavond ‘Tijd voor meer biodiversiteit’. Lees hier een verslag.