Een maand na het Kaffee in samentuin Warmoes streek TransLab K opnieuw neer in een prachtige groene omgeving. De deelnemers werden getrakteerd op een rondleiding door de plantentuin aan de Kleine Boerderij in Merksplas. In dit historisch decor stelden ook twee coöperatieve projecten zich voor: BurgerBoeren en Campina Energie.
Onder een wondermooie nazomerlucht verzamelden de deelnemers van TransLab K zich op 18 augustus in De Kleine Boerderij van Merksplas-Kolonie. Botanist en medebezieler van de plantentuin Jan Hendrickx nam de groep enthousiast mee op een rondleiding. Het 8 hectare grote gebied was oorspronkelijk bedoeld als kwekerij voor sierteeltbedrijf Oprins uit Rijkevorsel. “Daarvoor bleek de grond echter te slecht”, vertelde Jan. “Wij hebben hem dan stevig bewerkt en zijn zes jaar geleden van start gegaan.”
De Kleine Boerderij zelf heeft dienst gedaan als onder meer landbouwschool. Een deel ervan wordt momenteel gerenoveerd tot woonhuis. Vrijwilligers onderhouden de plantentuin er achter, waar ook cursussen kruiden en groenzorg gegeven worden. Met zichtbare trots toonde Jan de groep onder meer verschillende soorten pioenen (250 in totaal), Agapanthus of Afrikaanse lelies (zo’n 4000) en heerlijk geurende magnolia’s (120 soorten). “De Engelsen scheppen op met hun tuinen maar ze staan wel vol met onze planten!”
De plantentuin is onderverdeeld in verschillende ‘kamers’, van elkaar gescheiden door hagen. De deelnemers van TransLab K bezochten onder andere de kruidentuin, de heidetuin, de botanische tuin, de rotstuin, de Japanse tuin, de kweeperentuin met allerlei kruisingen, de Zuid-Amerikaanse tuin met araucaria’s of slangendennen en de experimentele rozentuin. Er werd met vertedering gekeken naar de enige boom die alle veranderingen overleefd heeft en omgetoverd is tot kabouterhuisje. “In de geometrische tuin wordt het verband tussen planten en wiskunde aangetoond”, legde Jan uit. “Maar daar ben ik zelf niet slim genoeg voor.”
KK tegelwippen: iedereen onthardt mee
Terwijl de zon wegzakte achter de plantentuin, verzamelden de deelnemers aan TransLab K binnen in de Kleine Boerderij. Bij een drankje vertelde Wannes van Avansa Kempen meer over het Kempens kampioenschap tegelwippen. “Tijdens het online seminarie van Hans Van Dyck bleek ontharding een belangrijk thema. We hebben er dan verder over gepraat met een expertengroep en tijdens Ecopolis. En toen was het tijd om de handen uit de mouwen te steken.”
Vrijwilligers zetten twee acties op poten. Tijdens TransLab K in Mol vorige maand vertelden Rit en Bob al over de photoshopbanners. Die tonen passanten hoe radicaal een beetje groen een grijze omgeving kan veranderen. “De andere actie is het tegelwippen, het vervangen van een stoeptegel door streekeigen groen”, vulde Wannes aan. “Het Kempens kampioenschap start op 20 september en eindigt 30 november. We wilden kleinschalig beginnen maar ondertussen doen Lille, Kasterlee, Nijlen en de vijf Netelandgemeentes al mee. Dankzij een online teller kunnen ook deelnemers uit andere Kempense gemeentes hun vooruitgang bijhouden.”
BurgerBoeren: iedereen de boer op
Hierna was het woord aan Laura van Selm. Zij is projectcoördinator bij Rurant, dat ijvert voor “het behouden en versterken van een aantrekkelijk, leefbaar en dynamisch platteland in de provincie Antwerpen”. Laura vertelde over het Nederlandse project Herenboeren waarvan ze erg onder de indruk was toen ze er kennis mee maakte. Hun motto is ‘samen duurzaam voedsel produceren’.
“Groepen burgers zoeken een stuk grond en een boer”, vatte Laura het project kort samen. “Zo starten ze samen een economisch rendabel bedrijf op. 200 gezinnen investeren elk 2.000 euro. Een oppervlakte van 20 hectare levert vervolgens voldoende om 500 mensen voor 60% van hun levensbehoeftes te voorzien. Op amper 5 jaar tijd zijn er in Nederland al 8 boerderijen opgestart en er zitten er nog eens 20 in de pijplijn.”
Ondertussen raakte Laura ook in gesprek met Pomona, de eerste coöperatieve boerderij in Vlaanderen. “De helft van de initiatiefnemers was afgehaakt omdat er zoveel werk in kruipt. De Nederlandse coöperaties worden echter ondersteund door een vzw, die de rompslomp van de burgers overneemt.”
De vzw achter Herenboeren wil graag haar kennis delen met haar Vlaamse evenknie, BurgerBoeren. “We hebben dus de expertise en de middelen. Maar de kracht van het project zit in het initiatief dat vanuit de burgers komt. Via onder meer Commons Lab Antwerpen en Avansa Kempen ben ik in contact gekomen met burgerbewegingen. Zo stelde ik vast dat daar een draagvlak voor coöperatieve boerderijen is. We zijn nu op zoek naar meer burgers die naar voor willen stappen.”
Laura deed een oproep naar feedback en samenwerkingen, bijvoorbeeld om ideeën uit te wisselen. Je kan haar contacteren via laura.vanselm@rurant.be.
Campina Energie: energie is van iedereen
Bestuurslid Jef Van Eyck stelde vervolgens Campina Energie voor. Deze burgercoöperatie rond hernieuwbare energie werd in 2015 opgericht vanuit een simpel basisprincipe. “De zon en de wind zijn van iedereen. En toch vormen zij de motoren achter de grootste business ter wereld, een business waarvoor oorlog wordt gevoerd en de planeet wordt vernield. Er valt namelijk goed geld mee te verdienen. Electrabel heeft eind vorig jaar nog 700 miljoen euro naar haar Franse moederhuis Engie versluisd.”
Daar moet iets aan veranderen, vinden de mensen achter Campina Energie. Vandaar het idee om een REScoop op te richten, een Renewable Energy Sources cooperative, die werkt volgens de principes van de International Co-operative Alliance. “Om de mensen te overtuigen om in ons te investeren, moesten we projecten ontwikkelen”, legde Jef uit. “Eneco wou toen twee windmolens plaatsen in Turnhout. Het stadsbestuur heeft hen tot 20% burgercoöperatie verplicht. Een windmolen kost 3 miljoen euro per stuk. Maar die eerste 600.000 euro hebben we op amper 17 dagen tijd gehaald. We zijn daarvan zelf van onze stoel gevallen. Het was natuurlijk ook de ultieme motivatie. Binnenkort breidt Pampero, zoals het project heet, uit van twee naar vier windmolens.”
Ondertussen plaatste Campina Energie ook al 30 grote zonne-energie-installaties in de Kempen. Het gaat de coöperatie voor de wind, de toekomst ziet er zonnig uit. Stralend, zelfs. “Normaal duurt het 4 à 5 jaar om een windmolen geplaatst te krijgen. Nu kunnen we plots participeren in 3 windmolens tegelijk. Daarom zijn we voor het einde van het jaar op zoek naar veel geld, zo’n 1,5 miljoen euro. Daarvoor verkopen we aandelen aan 250 euro per stuk. Je kan er maximum 20 kopen en elke aandeelhouder heeft één stem. Zo voorkomen we dat grote spelers zich inkopen.”
Ook voor wie zelf concreet wil bijdragen aan een duurzamere wereld heeft Campina Energie een aanbod. “Met Zonneregio Kempen helpen we burgers die zonnepanelen willen plaatsen op pad. Via een vragenlijst maken we een schatting van de kosten. We stellen ook installateurs voor. Als die worden geëngageerd, worden de panelen binnen de drie maanden geplaatst. Al meer dan 1100 mensen vulden de vragenlijst in, één op drie ging over tot installatie. We gaan nu ongeveer hetzelfde doen met Beneregio Kempen voor het renoveren van woningen om de energiekosten te drukken.”
Iedereen welkom op de TransLab Kampus
Na deze boeiende uiteenzettingen werden de agenda’s boven gehaald. Woensdag 29 september vindt immers de TransLab Kampus rond commons plaats in Tuintaferelen in Arendonk. Commons zijn hulpbronnen zoals grond, water en energie die op een gemeenschappelijke manier beheerd worden. Gasten die avond zijn journaliste Tine Hens, historica Maïka De Keyzer en bioloog Koen Wynants. Wie zich alvast wil inwerken in de materie, raden we graag de podcast van het Kempenoffensief over gedeelde grond aan. Veel luisterplezier!
Nog wat foto’s van ons Kaffee
© Chris Stessens