Dat we dát nog mogen meemaken: een Translab Kampus die in het teken staat van sciencefiction. In het bezoekerscentrum van het Grote Netewoud in Meerhout was het zo ver. Tijdens de negende editie van de Kampus sprak de Gentse professor Erik Paredis over zijn passie: sciencefiction. Hij legde de link naar transitie.

“Je kan je afvragen: waarom zijn we ooit naar de maan gegaan? Waarom willen we naar Mars?,” begon Paredis zijn verhaal. “Er zijn verschillende antwoorden mogelijk. Eén van de mooiste vind ik die van president Kennedy: “Omdat het moeilijk is.” Hij bedoelde daarmee dat zo’n uitdaging aangaan het allerbeste in de mens naar boven moet halen, dat de strafste en slimste mensen van de planeet zullen moeten samenwerken om het te kunnen realiseren. Dat is wat sciencefiction doet: het brengt op alle vlakken de beste en verstandigste mensen bijeen. Sciencefiction is immers iets heel anders dan fantasy, een genre dat er nochtans vaak mee verward wordt. Er zijn bewijzen genoeg van de grote rol die sciencefiction al heeft gespeeld. Robotten werden eerst in sciencefiction bedacht voor ze echt werden ontworpen. De drietrapsraket die in 1969 naar de maan vloog, was in een Duitse sf-film uit de jaren ’20 al te zien. Over cyberspace hoorden we het eerst in sf… Zo kan ik nog tientallen voorbeelden noemen.”

Dromen mag

“De link naar transitie is duidelijk”, besluit professor Paredis. “Als je een toekomstbeeld wil uittekenen, moet je niet altijd vertrekken van wat er is en daarop voortborduren. Je kan het ook anders doen. Vertrekken van wat er niet is. En daarna nadenken over hoe je dat kan realiseren. Dromen mág. Er zijn maar weinig zaken onbereikbaar of onmogelijk. Dat heeft sciencefiction bewezen. Specifiek over duurzaamheid en transitie is al een sf-boek geschreven. Heel interessant trouwens. Transitie-initiatieven zijn vaak kleinschalig. Dat is het idee erachter: als we allemaal, op een bescheiden manier, met duurzaamheid en transitie bezig zijn, veranderen we de wereld. Wel, in sf wordt die veranderde transitiewereld al beschreven. Wat nog maar eens bewijst: verbeelding is belangrijk om naar de toekomst te kijken.”

Scharnierpunt

Daarmee maakte Erik Paredis de perfecte brug naar het tweede luik van de avond, waarin Translab Kampus zelf naar de toekomst kijkt. “We hebben het gevoel dat we op een scharnierpunt zijn beland,” zei Katrien Loots. “De Kampus loopt vlot en we bereiken heel wat mensen. Vandaag opnieuw 25, onder wie alweer enkele nieuwe gezichten. Dit is de negende keer dat we mekaar op een Kampus informeren en inspireren. En natuurlijk blijft dat nuttig. Maar we vroegen ons af of we niet klaar zijn voor een volgende stap? Stilstaan is immers achteruitgaan. Wat kunnen we nog méér doen met onze Kampus? Kunnen we dit netwerk opentrekken? Kunnen we een versnelling hoger schakelen met als uiteindelijke doel nog meer aanwezig te zijn en nog meer mensen te betrekken bij transitie?”

Met die vragen zette ze de aanwezigen – in groepjes van 4 of 5 mensen – aan het denken. De resultaten van die denkoefening werden op het einde van de avond verzameld. Vormingplus Kempen zal de opmerkingen en ideeën bundelen. Op Kampus 10 (7 februari 2018) worden die in een concreet voorstel gepresenteerd.