Voor deze Translab Kampus (voor het eerst volledig online) praatte Alma De Walsche met Hans Van Dyck, bioloog aan de Universiteit van Louvain-La-Neuve en intussen bekend tv-figuur. Maar bovenal: een Kempenzoon met veel kennis van zaken.
Wil je de clip doorbladeren? Open die in YouTube, en kijk in de inhoud bij ‘Meer weergeven’. Daar vind je de tijdslijn van het gesprek.
Een soort afwasmiddel
“De term biodiversiteit klinkt wat technisch,” stelt Van Dyck. “Enkele jaren geleden deden ze in het Verenigd Koninkrijk een straatonderzoek naar de kennis over biodiversiteit. Sommige mensen dachten dat het een soort afwasmiddel was. Nochtans is het niet zo moeilijk. Je kan biodiversiteit omschrijven als ‘het leven zoals het is op deze planeet. Dat is simpel, en tegelijk complex.”
“Er is niks mis met de term ‘natuur’, maar biodiversiteit is een fraaier woord. Als ik één beschrijvend woord zou moeten geven om het leven te beschrijven, dan is het wel ‘diversiteit’, ‘variatie’. Het leven doet zich voor op enorm veel verschillende manieren.”
Het gaat niet zo goed met die biodiversiteit. Wereldwijd luiden wetenschappers de alarmbel. De geplande VN-top over biodiversiteit werd geannuleerd door de coronacrisis. “Ik trek fel ten strijde tegen doemdenken. Ik vind het wel de taak van wetenschappers om op basis van objectieve criteria te melden, te signaleren en aan alarmbellen te trekken. Dat gebeurt met klimaat, maar ook met biodiversiteit. Heel wat van die indicatoren staan diep in het rood en dat moeten we ook zeggen. We verkondigen niet de Apocalyps, maar wel een verstoring van onze stabiliteit. Een stabiliteit die we altijd te vanzelfsprekend gevonden hebben.”
Kempense eenheidsworst
Wat typeert de Kempen dan op vlak van biodiversiteit? Blijkbaar zat de rijkdom van de Kempen lange tijd in haar schaarste. Door de armoede aan voedingsstoffen in de grond en de late ontginningen voor de landbouw, is hier een rijkdom aan planten, dieren en levensvormen ontstaan die zich goed aan die schaarste konden aanpassen. De laatste decennia verandert dat landschap, onder andere door het gebruik van kunstmest in de landbouw. Die voedingsstoffen komen ook op andere plekken terecht, waardoor de spelregels veranderen. “Zo lijkt de Kempen hoe langer hoe minder op de Kempen. Je krijgt minder diversiteit, meer eenheidsworst.”
Hokjesdenken
In het gesprek komen veel schijnbare tegenstellingen aan bod. De opdeling tussen cultuur en natuur, ecologie en economie, de zogenaamde strijd tussen landbouw en natuur… Toch heeft Hans een meer overkoepelende visie, die ook steeds vaker in de wetenschap wordt toegepast: “We moeten alles meer als één geheel zien, meer holistisch gaan denken. Het is een vorm van fictie om economie los te zien van ecologie. Beide woorden stammen af van oikos, wat ‘huis’ betekent. Het gaat dus om huishoudkunde. Dat kan je zowel voor dieren als voor de mens doen: onderzoeken wat hun levensstrategie is, welke hulpbronnen ze gebruiken… Het is niet verbazingwekkend dat bepaalde theorieën die economisch relevant zijn, zoals de speltheorie, ook nuttig zijn om iets te begrijpen van de fundamentele ecologie.”
Ook beleidsmatig blijkt dat belangrijk. “Klimaat en biodiversiteit zitten horizontaal in beleid vervat. Het kan tijdelijk nuttig zijn dat één schepen of één minister met die materie bezig is, maar finaal moet iedere politicus, iedere ondernemer en ieder individu met die dingen kunnen bezig zijn. Het is én-én-én. Vanuit het beleid is het ook belangrijk om een kader en condities te scheppen, zodat er veel bottom-up kan groeien. Het gaat om impact, om kwaliteit van omgeving. Dat telkens opknippen is een soort luxe die we ons niet kunnen veroorloven.”
Zet de bloemetjes buiten
Wat kunnen we dan concreet doen? Er zijn al heel wat structuren in de Kempen van waaruit iets kan gebeuren: samenwerkingsverbanden, regionale landschappen, gemeenten, de milieu- en transitiebeweging, maar ook bijvoorbeeld de landbouw- of industriesector.
“We moeten dingen in vraag durven stellen, kritisch maar constructief. Daar hebben we nog veel te leren, want Kempenaren zijn zo niet van natuur. We moeten ook niet beschaamd zijn als dingen mislukken. Iedereen mag pluimen op zijn of haar hoed hebben, maar laat ons er -ook vanuit wetenschappelijke bril- uit leren wanneer dingen fout lopen.”
Het fijne is dat iedereen overal kan bijdragen aan biodiversiteit. Heel concreet haalt Van Dyck toch enkele uitdagingen aan waaraan we vanuit die kritische, maar constructieve houding samen kunnen werken:
- Onze werkomgeving structureel vergroenen: bedrijven kunnen bufferzones omswitchen tot een groene en biodiverse omgeving, waarin werknemers tijdens pauzes kunnen vertoeven. “Ook al geef je geen zak om planten of dieren, onderzoek toont aan dat veel van die dingen toch inwerken op het welzijn en welbevinden van mensen.”
- Praten over biodiversiteit: “Ieder van ons is familie van, bevriend met, werkt ergens of heeft ergens gewerkt… Iedereen heeft een netwerk. Het is belangrijk om over deze zaken te praten. Bezorgdheid delen is wel belangrijk. Dat toont onder andere voor beleidsmakers en ondernemers dat die zaken bij de bevolking leven.”
- Speelplaatsen en schoolomgevingen vergroenen: “Daar zijn heel goede redenen voor. We zien dat als kinderen een groene schoolomgeving hebben, ze minder ziek zijn, betere schoolresultaten hebben en er minder pestgedrag is. Het klinkt als groene marketing, maar het is wel zo.”
- Ontharden van opritten, wegen en kernen: “Dat is vooral belangrijk voor de waterhuishouding. Een veel te groot deel van het hemelwater is meteen weg. De grondwatertafel kan beter gevoed worden.”
- Wilde bloemen planten: “Een bijenhotel in je tuin plaatsen is een sympathieke actie, maar als je in een hotel verblijft, wil je ook eten. We hebben veel te weinig wilde bloemen in ons landschap. De bloemetjes buiten zetten is dus belangrijk, zowel letterlijk als figuurlijk. Punctuele acties zijn daarin belangrijk, maar we moeten vermijden dat het een druppel op een hete plaat wordt.
- Zorgen voor groene levensaders: “Er moet ook structureel gewerkt worden, want als leefgebieden moeten functioneren, heb je ruimte nodig. En die ruimte wordt alsmaar belangrijker in de strijd tegen klimaatverandering. Heel veel dieren moeten voedsel kunnen vinden. Daarom zijn verbindingen tussen natuurgebieden zo belangrijk. En daar houden we weinig rekening mee. We knippen alles op in afgebakende gebieden: natuurgebied, woongebied, landbouwgebied, industriegebied… Als we dat goed inplannen, kunnen we een soort groene levensaders creëren die samen meer zijn dan de som. Dan heb ik het over projecten als houtkanten, een goed bekenbeleid, kwalitatieve bermen… En daarin kunnen veel actoren een rol spelen. Ook als burger kan je daar iets in betekenen. Als je merkt dat groene linten in je landschap verdwijnen, mag die alertheid er bij iedereen zijn.”
Afsluiten doet Hans met de woorden: “We hebben van nature ruimte nodig en kwaliteit. De gezondheid van ons Kempens landschap is iets waar we samen voordeel uit halen. Het is iets wat de Kempen fijner en leefbaarder maakt. Daar samen aan werken, dat lijkt me een fijn plan.”
Gebeten door het thema?
We verwijzen je graag door naar volgende websites:
- Samen voor Biodiversiteit is een recente campagne van onder andere Bos+, Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace, Provincie Antwerpen, Natuurpunt…
Op hun website vind je inspiratie over wat jij kan doen als burger, organisatie, bedrijf bestuur, landbouwer of leerkracht. - Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete beschermt en promoot met tal van projecten onze Kempense biodiversiteit.
- Natuurpunt beschermt en beheert als vrijwilligersorganisatie grote en kleine natuurgebieden in Vlaanderen.
- Velt biedt inspiratie en handige tips om verantwoord en ecologisch te leven en tuinieren
- Met ‘Behaag onze Kempen’ zorgen onze Kempense gemeenten, IOK, JNM, Natuurpunt en Velt voor meer hagen in onze regio.
- Het project ‘FABulous Farmers’ van Rurant probeert aan de hand van actief burgeronderzoek bij te dragen aan de biodiversiteit in landbouwomgevingen.
- Het project ‘Mijn Tuinlab’ wil de kennis vergroten over de natuurwaarde van de Vlaamse tuinen en de wetenschap tot bij de burger brengen.
Zin om met dit thema verder aan de slag te gaan?
Heb je ideeën om onze biodiversiteit te versterken? Zie je interessante samenwerkingen?