Het zomerse zwoele weer maakte van die 13 juli aan het Kempens kanaal in Mol een perfecte avond voor een TransLab Kaffee op de Zander, het passagiersschip dat al decennialang over de Kempense kanalen cruiset als betrof het de Venetiaanse kanalen. Boven- en onderdek zaten afgeladen vol met enthousiaste deelnemers. Hun geestdrift was om een nog andere reden niet zo verwonderlijk. Op het programma’s stonden sprekers over prikkelende thema’s als ‘De Natte Droom’ en de G-spot…
‘Purser for one evening’ was Katrien Loots van TransLab K die de aanwezigen nog eens het opzet van Transitie Laboratorium Kempen verduidelijkte. “We willen mensen die betrokken zijn bij transitieprojecten in de Kempen samenbrengen opdat ze mekaar kunnen inspireren, ideeën uitwisselen en versterken. Hier kan je medestanders vinden om zo een krachtige transitiebeweging te vormen in de Kempen. We zoeken voor TransLab bijeenkomsten steeds naar een prikkelende omgeving. Zoals bijvoorbeeld deze boottocht op het Kempens kanaal nu we het al een tijdje hebben over welke rol water in onze regio speelt. Hopelijk ontstaan hier ook weer nieuwe energieën en grotere dingen.”
Ondertussen had de kapitein van De Zander al koers gezet naar het uniek kruispunt van kanalen aan de uitkijktoren van Dessel. Even later kwam de jachthaven Port Avontura aan het Zilvermeer al in het vizier. In de kanaalplas voor de haven werden de motoren van De Zander even stilgelegd zodat Veerle Van den Bosch en Wannes Starckx de kans kregen om tekst en uitleg te geven bij hun nog nieuwbakken vzw De Natte droom, een vereniging die sinds een goed jaar ijvert voor meer openbare zwemplaatsen.
Natte Droom
Het idee ontsproot bij Wannes toen hij in het voorjaar 2021 een interview in De Morgen las met voormalig nieuwsanker Sigrid Spruyt. Daarin vertelde Spruyt dat ze als verwoede ijsbeer tijdens corona meer dan ooit verlangde naar ‘open water’. “Wat me vooral opviel”, vertelt Wannes. “Was het enorme verschil tussen België en het buitenland in het aantal open wateren waarin gezwommen mag worden. Zo zijn er in België maar 46 plaatsen waar je openbaar kan zwemmen, grotendeels gelegen aan de Belgische kust. In Nederland zijn er dat maar liefst zevenhonderd. In de meeste Europese landen is de regelgeving dan ook helemaal anders dan in België. Je mag er overal zwemmen tenzij het verboden is. In België mag je nergens zwemmen tenzij het toegelaten is. Als je de kaart bekijkt, denk je nog dat we in de Kempen goed bedeeld zijn met open waters. Zo ligt hier vlak bij het Zilvermeer. Maar vaak behoren de plassen toe aan een camping en moet je al op de camping staan om erin te mogen zwemmen of moet je ervoor betalen. Er is in onze regio nergens een openbare zwemvijver waar je gewoon met je gezin naartoe kan trekken om te gaan zwemmen.”
Zwemcultuur
“Ik ben opgegroeid in Merksplas en daar kon ik tijdens mijn jeugd met mijn vrienden op veel plaatsen buiten gaan zwemmen in een vijver, sloot of gracht”, vult Veerle Van den Bosch haar kompaan Wannes aan. “Vandaag is het overal verboden om te zwemmen in openbaar water, in waterlopen, kanalen maar ook in meren of vijvers. Vandaag vinden mensen nauwelijks nog verkoeling in hun buurt. Net nu het in Europa warmer wordt en we juist meer nood aan verkoeling hebben. Niet iedereen heeft het geld voor een airco of de ruimte voor een zwembad in zijn tuin.”
‘Veiligheid en waterkwaliteit’ dat zijn de twee belangrijkste argumenten die de Belgische overheid aanhaalt om zwemmen in openbare waters streng te verbieden. Maar die redenen houden volgens Wannes niet of nauwelijks steek. “Het gekke is dat in Vlaanderen meer zwemincidenten gebeuren dan in de rest van Europa”, geeft hij aan. “In landen waar zwemmen toegestaan is, ontstaat er een echte zwemcultuur. Zwemmers in open waters in Nederland hebben juist veel ervaring en weten waarop ze moeten letten om veilig te zwemmen. Hier ben je een kleine crimineel en moet het zwemmen stiekem gebeuren, vaak na een zoveelste pint om wat stoer te doen. En dan gebeurt het, jammer genoeg, dat er iemand van een brug van 8 meter hoog in het kanaal springt en verdrinkt.”
Waterkwaliteit
Ook de waterkwaliteit mag volgens Wannes geen reden zijn om zwemmen te verbieden. “Overal zijn er vandaag projecten opgestart om met sensoren constant de kwaliteit van beken of rivieren te meten”, zegt Wannes. “Onder meer VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek uit Mol) experimenteert ermee. Dat zijn zeer betaalbare methoden die uitgevoerd kunnen worden door gewone burgers, jeugdbewegingen of zelfs klassen. In Nederland en Zwitserland kan je via een app te weten te komen of het water in een kanaal geschikt is. In Tilburg staat zelfs een verkeerslicht dat aangeeft of het toegelaten is om te zwemmen of niet. En als de waterkwaliteit niet goed is, dan moet er iets aan gedaan worden.”
De Natte droom volgt samen met zijn Vlaamse bondgenoten van onder meer ‘Waterland’ in Gent en ‘Pool is cool’ in Brussel het Vlaams beleid over openbare zwemwateren mee op. “Er is een conceptnota geschreven waarbij iedereen -over de partijen heen- het een goed idee vindt om de regelgeving om te draaien”, beweert Wannes. “Alleen is er bij de overheid nog te veel koudwatervrees. Ze heeft nog onvoldoende vertrouwen in haar burgers opdat die zou weten waar er veilig gezwommen kan worden en waar niet.”
Ommekeer
Toch merkt De Natte Droom al een ommekeer bij Kempense gemeentebesturen “Zeker bij die gemeenten die naast kanalen liggen”, beweert Wannes “Er is bij hen een bereidheid om na te denken over openbare zwemplaatsen in de vaart. Kanalen hadden vroeger in gemeenten als Ravels, Arendonk of Oud-Turnhout een industriële functie. Die is vandaag weggevallen en besturen beginnen meer vanuit recreatie naar de vaart te kijken. Het is ook wat vreemd. Vandaag mag je OP de vaart elke sport doen, peddelen, kanoën, waterfietsen. Maar je mag niets IN de vaart doen. We hopen dat volgend jaar in de Kempen al lokale plaatsen zijn waar je gereglementeerd kan gaan zwemmen in onbewaakte waterplassen of in inhammen van de kanalen. Het is straf dat we dat met De Natte Droom op minder dan een jaar tijd hebben bereikt.”
Wie een idee wil krijgen hoe heilzaam het is om te kunnen zwemmen in open wateren, raadt Wannes de documentaire ‘The Pond’ aan op Netflix. Die handelt over een stel vijvers nabij Londen waar al 200 jaar heel het jaar door gezwommen wordt door jong en oud.
Wie daar niet meer van overtuigd moet worden, is Carine Bens van LETS Zandland. “Sinds twee jaar heb ik het geluk om te kunnen zwemmen in de Miramar, een voormalige zandput in Mol. Dat heeft mijn leven veranderd. Het geeft een zo’n groot gevoel van vrijheid en een enorme positieve boost aan je lichaam. In elke gemeente zou er een plaats moeten zijn waar mensen vrij moeten kunnen zwemmen.”
G-spot
De Zander vaart ondertussen weer met bonkende motoren over het kanaal Dessel-Schoten, richting Postel Ter Heide. De kruissnelheid is gezapig waardoor het antieke vaartuig wordt voorbijgesneld door de vele wielertoeristen op de jaagpaden. Terwijl een ober -zoals dat past tijdens een cruise in net pak gestoken- lokale biertjes en bubbels aandraagt, vertellen Denise Schellekens en Rin Kuppens over hun G-spot. “G-spot staat voor Gespot”, zo scheppen ze al snel duidelijkheid. “De ‘G’ staat voor groen, gedeeld, gegeerd, en zo meer.”
G-spot is een initiatief van een twaalftal Turnhoutenaren die ijveren voor ‘Meer natuur in de stad’ en zich vooral richten op het ontharden van plekken in hun binnenstad. “We organiseren regelmatig fietstochten met geïnteresseerde Turnhoutenaren”, vertelt Denise. “We fietsen met hen dan van de ene plek naar de andere die we onthard hebben. We zijn dan al snel twee uren onderweg. De mensen staan er altijd van te kijken hoeveel mooie plaatsen we al hebben ingericht.”
De groep werkt nauw samen met de stedelijke diensten. “Zo heeft de stad ons de kans gegeven om de speeltuintjes aan te pakken en te vergroenen”, vertelt Rin. “Elk jaar nemen we er één onderhanden. Ook hebben we tegenwoordig veel aandacht voor de vele boomspiegels (het groen perkje rond een boom) in onze stad. Meestal is dat stukje grond verhard met zavel. We ontharden het en planten er kruiden en klimaatbestendige planten. Meer en meer denken we ook aan het planten van voedsel. Maar dan letten we wel op dat de omgeving er geschikt voor is. Staat de boom niet naast een te drukke weg. Of is het perkje geen hondentoilet. We bezorgen de stedelijke groendienst ook info en foto’s van alle boomspiegels die we al aangepakt hebben zodat ze niet ongewild ons noeste werk tenietdoen.”
Opgetogen
“We proberen ook meer en meer samen te werken met buurtwerkingen”, zegt Denise. “Ons opzet is om iedereen mee te krijgen in het onthardingsverhaal en samen een mooie plek in de buurt aan te pakken. Onze hoop is dat de buurt het dan nadien van ons overneemt en mee onderhoudt.”
Mollenaar Michel Geys heeft een eigen tuinaanlegbedrijf dat gespecialiseerd is in ecologische tuinen. Michel reageert erg opgetogen op het Turnhouts initiatief. “Ik kom net terug van de Floriade in het Nederlandse Aalsmeer”, vertelt hij. “Op dat evenement wordt over niets anders gesproken dan ‘growing green cities’. Nu hoor ik hier voor het eerst van een dergelijk initiatief vlakbij. Dat verrast me en ik ben er heel opgetogen over. Ecologisch tuinieren is al lang geen niche mee. Vroeger was een enkeling geïnteresseerd, nu wil in elke straat wel een bewoner een ecologische tuin aanleggen. We kunnen de vraag niet meer bolwerken.”
Na twee uren varen, meren we terug aan onder de Baileybrug van de Maat. We bedanken nog de kapitein voor de behouden vaart, geven de ober een fikse fooi en trotseren wat wankel op onze benen de smalle loopplank. Dit was op alle vlak weer een zinnenprikkelende TransLab K bijeenkomst.